3 Paragrafen

3.3 Onderhoud kapitaalgoederen

Vastgoed

Ontwikkeling en samenstelling gebouwenvoorraad
Medio 2025 betreft de gemeentelijke gebouwenvoorraad (gehuurde gebouwen niet meegenomen) 136 gebouwen inclusief de 36 schoolgebouwen waarvan er 29 aan de schoolbesturen in eigendom zijn overgedragen en waarop de gemeente het claimrecht bij einde gebruik heeft.

De gemeentelijke gebouwenvoorraad kan als volgt worden uitgesplitst:

 Omschrijving

aantal

totaal m2 bvo

eigen huisvesting

35

35.478

sport

20

27.435

cultuur

12

26.838

welzijn

14

9.491

divers

19

7.335

onderwijs (eigendom)

7

11.159

onderwijs (extern)

29

88.852

Totaal

136

206.488

Verduurzaming
Ambities inzake het terugdringen van energieverbruik (“energieneutraal”) en het beëindigen van het gebruik van fossiele brandstoffen (“fossielvrij”) hebben gevolgen voor de energiehuishouding van de gemeentelijke gebouwen. De nieuwbouw van de laatste jaren beschikt in het algemeen over een energielabel A tot A++++. Het uitgevoerde investeringsplan heeft geleid dat ook de oudere gebouwen naar dat niveau van energiezuinigheid is gebracht. Daarop voortbouwend zal worden bezien, wat er nodig is om gebouwen energieneutraal te maken en zal, waar een voortgezet beroep op energie van buitenaf aan de orde is, moeten worden bezien, welke alternatieven voor aardgas kunnen worden ontwikkeld. Door de gemeente ingekochte elektriciteit heeft een duurzaam karakter. De doelstelling was om in 2030 de gehele portefeuille gasloos te hebben.

Op basis van de eerste resultaten van deze inventarisaties en de daarbij behorende kostenramingen is geconcludeerd dat de oorspronkelijke routekaart niet haalbaar is binnen de huidige financiële kaders en tijdspad. Daarnaast spelen netcongestie en de huidige marktsituatie een belemmerende rol. Om deze redenen is besloten de routekaart te herzien en te actualiseren. De herziene routekaart schuift het oorspronkelijke tijdspad op, met als nieuwe richtlijn het jaar 2035. Deze aangepaste routekaart zal via het college ter goedkeuring worden voorgelegd aan de gemeenteraad. 

Ondanks de herziening is er voor de jaren 2026 en 2027 al krediet opgenomen om vier gemeentelijke gebouwen (‘grootverbruikers”) te verduurzamen. De uitvoering van het eerste gebouw uit de oorspronkelijke routekaart is inmiddels gestart. De verwachting is dat dit gebouw in het derde kwartaal van 2025 wordt opgeleverd. 
De kosten die gepaard gaan met de uitvoering van de verduurzamingsmaatregelen – zoals het inventariseren, uitwerken van maatregelen en projectbegeleiding – zullen zich vertalen in structurele kapitaallasten. Dit houdt in dat de gemeente jaarlijks middelen moet reserveren voor rente en aflossing van de investeringen. 

Onderhoud
Voor alle gebouwen in blijvend gemeentelijk beheer is een meerjarenonderhoudsplan (MOP) beschikbaar op basis van de NEN 2767. Bij de NEN 2767 methodiek wordt vooraf bepaald wat de conditie van de gebouwelementen minimaal moet zijn en worden belangrijke zaken zoals continuïteit, kwaliteit en gebruiks- en veiligheidseisen meegewogen. Van alle onderhoudsgevoelige elementen wordt de conditie geïnspecteerd en worden gebreken die onderhoud behoeven geregistreerd. De resultaten van de inspecties worden in het beheerprogramma O-prognose verwerkt. Ieder jaar wordt voor een derde van alle panden de meerjarenonderhoudsplanning geactualiseerd, zodat het gehele bestand telkens in een cyclus van drie jaar wordt geactualiseerd.

Jaarlijks wordt het daadwerkelijk noodzakelijke onderhoud bepaald en uitgevoerd. Bij panden waarvan voortgezet gebruik wordt voorzien, wordt gestuurd op het voorkomen van achterstallig onderhoud. Bij gebouwen waarvan duidelijk is dat deze op korte termijn (enkele jaren) zullen worden afgestoten, vindt onderhoud op een minimaal niveau plaats.

Sinds 2007 bevat de begroting structurele budgetten voor duurzame instandhouding van het gemeentelijk vastgoed, gebaseerd op planningen van jaarlijks onderhoud (JOP) en planmatig meerjarig onderhoud (MOP). Het structurele budget voor meerjarig onderhoud is het 20-jaarsgemiddelde van de MOP. Ieder jaar bij de opstelling van de jaarrekening wordt in samenhang met de actuele MOP beoordeeld, of de stand van de onderhoudsvoorziening toereikend is. Voor wat betreft meerjarig onderhoud worden de verschillen tussen de structurele begrotingsbelasting en de werkelijke uitgaven in enig jaar geëgaliseerd via de onderhoudsvoorziening.

Leegstand en verhuur
De leegstand is zeer beperkt. De Wagenweg 1-11 staat al enkele jaren gedeelte leeg (grond met opstallen) waar al een aantal jaren een uitsterf constructie met de huidige huurders geldt om toekomstige herbestemming van de gehele locatie mogelijk te maken. De Meerlandenweg 57  (432 m2) wordt in afwachting van de ontwikkeling van het gebied tijdelijk via leegstandsbeheer beheerd.

Afgezien van de onderwijshuisvesting worden gebouwen afhankelijk van de aard van het gebruik in beginsel tegen een kostprijsdekkende of een marktconforme huurprijs verhuurd.

Waarde bezittingen
De boekwaarde van de gemeentelijke investeringen in gebouwen bedraagt circa €155,4 miljoen. Dit weerspiegelt niet de volledige waarde van het gemeentelijk bezit aan gebouwen.
De WOZ-waarde van deze gebouwen bedraagt € 272,6 miljoen euro. De verzekerde waarde (= herbouwwaarde exclusief funderingskosten) benadert het beste de feitelijke balanswaarde: € 620,9 miljoen euro.

Deze pagina is gebouwd op 10/22/2025 16:17:24 met de export van 10/22/2025 16:12:31